‘Daan Heerma van Voss vervolmaakt Hanna’s psychologie […]. Het tempo is prachtig verdeeld in de roman. Heerma van Voss heeft totale controle en wisselt vlugge dialogen af met innerlijke monologen. Als het einde van de roman nadert komt Hanna in een soort droomstaat: ze vindt eindelijk ‘de goede man’ en durft aan hem toe te geven. Door het ritme en de cadans van de zinnen wordt de lezer meegetrokken in de roes waar Hanna in raakt. Het wit van de laatste pagina’s rukt je dan ook ongenadig los uit het verhaal.’
Hele recensie alhier.