Nederlands Dagblad lovend

Gevangen tussen muren en in het hoofd  

Door: Elias van der Plicht

Wakker worden, en helemaal niets meer weten. Daan Heerma van Voss is ervaringsdeskundige. In zijn nieuwe roman Het Land 32 maakt hij er, andermaal, buitengewoon goede literatuur van.

Vorig jaar verscheen van Daan Heerma van Voss de autobiografisch getinte roman De vergeting, waarin hoofdpersoon Daan ‘s ochtends zijn bed uitstapt en niet meer weet wie en waar hij is. De talentvolle schrijver was nog niet klaar met dat thema en begint Het land 32 op een vergelijkbare wijze.

Marlon ontwaakt in een bevuild bed van stro. Aan de muur twee bewakingscamera’s waarvan niet duidelijk is of ze functioneren. Verder is er niets. Naakt en graatmager ligt hij in een lege zaal. Is het een vervallen fabriekspand, een verlaten ziekenhuis? Marlon herinnert zich niet hoe hij er verzeild is geraakt. Hij herinnert zich niets. Zelfs niet zijn eigen naam.

Na korte tijd vindt hij een dienblad in zijn zaal. Er liggen wat spullen op, waaronder een potlood, drie vellen papier en een briefje: ‘4000 woorden, voor morgen. Dat was de afspraak. Schrijven. Dan pas krijg je eten. Vrijdag.’

Vrijdag is een stugge oude man met een scheef, rottig gebit en een mank been. Zijn gezicht bestaat uit rimpels, schilfers en putten. Hij verspreidt een diepvuile lucht. Cipier Vrijdag wil verhalen van Marlon en heeft een theorie: een beschaving heeft brandstof nodig. Die brandstof zijn verhalen, mythes, zoals ooit de Griekse sagen. Tegenwoordig zijn de legendes vervangen door de alomtegenwoordige en deprimerende nieuwsberichten. Mensen denken dat ze niet zonder nieuws kunnen. Dat klopt niet, verhalen hebben ze nodig. Verhalen zonder cynisme, iets om in te geloven. Zulke verhalen wil Vrijdag. Voor hemzelf en voor de zieke Penny, een jonge vrouw die in een zaal verderop ligt.

Iedere dinsdag vertelt Marlon aan Penny een verhaal. Ze is ernstig ziek. Iets met haar longen. Marlons pennenvruchten hebben stuk voor stuk wat met elkaar gemeen. Komen ze voort uit zijn fantasie of zijn het herinneringen? Wanhopig richt hij zich tot Penny, kan zij meer over zijn achtergrond vertellen? Hortend en stotend maakt de uitgeputte jonge vrouw Marlon duidelijk dat ze elkaar al langer kennen. Hun eerste ontmoeting vond plaats toen Penny een wijsje floot en Marlon naast haar kwam lopen en mee ging fluiten: Penny Lane van The Beatles.

gegijzelde lezer

Heerma van Voss is een scherpe taalkunstenaar. Marlons uitgedroogde huid is van zilverfolie, Vrijdag loopt met een slag in zijn been en Marlon zit in het complex gevangen als een avatar in hetzelfde level. Af en toe heeft Marlon iets extra’s te eten. Als hij een kraai uit het venster van het raam slaat, als hij een kat de nek omdraait, als hij een vette rat met een houten pijl doorboort. Het zijn gebeurtenissen die de sleur doorbreken van een gedetineerde zonder hoop en uitzicht.

Zit Marlon vast vanwege een zonde? Moet hij een schuld aflossen? Is het zijn lot? Alle opties overdenkt hij. Vrijdag is er niet om helderheid te verschaffen. De ene keer raadt hij Marlon aan de mogelijkheid van toeval open te laten, een andere keer suggereert de gevangenbewaarder dat Marlon wellicht zelf voor dit leven heeft gekozen. Vraagtekens voor de gedetineerde en voor de lezer.

Penny en Marlon zijn de enigen die vastzitten in het gebouw. Marlon is dubbel zo gevangen: tussen de muren van het pand én in zijn hoofd, doordat hij geen weet heeft van zijn voorgeschiedenis.

Maar naast Penny en Marlon is er een derde gevangene. Het is de lezer die zich net zo goed gegijzeld voelt. Niet door Vrijdag, maar als gijzelaar van Heerma van Voss. Wat wil de jonge schrijver met dit mysterieuze, curieuze verhaal?

The Fab Four

Het land 32 kan niet los worden gezien van De vergeting. De angst om te vergeten en vergeten te worden, het spel tussen fictie en werkelijkheid, tussen herinnering en fantasie maken de twee romans tot een bijzonder tweeluik. Maar er zijn meer overeenkomsten. In Marlon herkennen we iets van Daan, de man die in De vergeting zijn geheugen verliest. Penny heeft sterke kenmerken van Evelien F., Daans ex. Beide brunettes zijn klein, zodat je niet goed kunt zien of het meisjes of vrouwen zijn. Evelien F. heeft last van ‘herfstelijke hoestbuien’, Penny loopt ook de hele dag te blaffen. Penny is vernoemd naar een nummer van The Beatles, Evelien F. drinkt uit een mok van The Fab Four.

In De vergeting vraagt Daan vrienden, bekende Nederlanders en toevallige passanten een petitie te ondertekenen waarin Evelien F. wordt opgeroepen hem terug te nemen. In Het land 32 vraagt Marlon zich af of hij vóór het falen van zijn geheugen een relatie had met Penny. Misschien dat hij (weer?) iets met haar kan beginnen. Penny wijst hem op iets anders: ‘Ik ben een fictie, een verhaal,’ zegt ze. ‘Ik ben natuurlijk wel echt, maar in jouw hoofd ben ik een verhaal. Dat is niet erg. Zo werkt het nu eenmaal bij jou. Dat doe jij met mensen.’

Marlon wil bewijzen dat hij nog onbevangen van iemand kan houden. Niet uit wanhoop, niet uit eenzaamheid of medelijden, maar uit eigen keuze. Dat is wat gewone mensen doen en zo probeert Marlon in onmenselijke omstandigheden menselijk te blijven. ‘Ik ben bezorgd om haar, dus houd ik van haar, zo simpel is het. Liefde is precies dat, het uitgewerkt raken van de onverschilligheid.’

Het land 32 is een wonderlijk verhaal over de zoektocht naar affectie, genegenheid en innige verbondenheid in een desolaat zalencomplex dat symbool staat voor het leven zelf. Een roman waarmee Daan Heerma van Voss opnieuw laat zien dat hij een buitengewoon goede schrijver is.