Telegraaf positief over ‘Noem het Liefde’

de-telegraaf-logo-groot

De puberale perikelen met Meisje A. geven daarbij de nodige lucht, want Heerma van Voss weet de wereld van de millennial (opgegroeid in deze eeuw) scherp en humoristisch te observeren. Haar taalgebruik, telefoonmores, narcisme; herkenbaar voor velen met jongvolwassenen in de kennissenkring. Treffend is het, als de twee elkaar verwijten maken. Volgens Tomas moet Meisje A. nog met teleurstellingen leren omgaan, terwijl Tomas volgens haar niet kan leven zonder verdriet. Daarmee legt Heerma van Voss feilloos de vinger op een zere plek. En geeft hij Tomas – of een ander – en passant prachtige ingrediënten voor een filmscenario in handen.

Generaties en hun kloven

‘Noem het liefde’

Wat: roman Wie: Daan Heerma van Voss

De depressieve Tomas Wolf valt als een blok voor het achttienjarige ’meisje A.’, dat bovendien verre familie van hem is. Dat is vragen om moeilijkheden, beseft hij zelf ook wel – hij is bijna 35 – maar de verleiding om een relatie aan te gaan is te groot. Meisje A., zoals ze consequent blijft heten, roept gevoelens bij hem op die hij lang niet heeft gehad.

Hun relatie krijgt de vorm van een soort liefdesexperiment, mede ingegeven door Tomas’ vriend Adriaan, die weer een stuk ouder is dan hij en door ziekte de dood in de ogen kijkt. Als Tomas hem nauwkeurig verslag uitbrengt van hoe de liefde tussen hem en het meisje zich ontwikkelt, is het net alsof Adriaan het zelf nog een keer mag meemaken, is de redenering.

Die ontwikkeling verloopt moeizaam. Tomas heeft namelijk een behoorlijk ’rugzakje’, waar Meisje A. met haar achttien jaar nog een onbeschreven blad is, zij het met een grote mond en een zelfingenomenheid waar je U tegen zegt. Beiden lijken zich daardoor niet te kunnen overgeven aan de liefde, ofwel aan elkaar. Tomas lijkt nog in een rouwproces te zitten; zijn ouders kwamen jaren geleden om bij een auto-ongeluk en sindsdien verloopt zijn leven tamelijk lethargisch. Een filmscenario schrijven, zijn eigenlijke werk, heeft hij al tijden niet gedaan.

Een bijkomend probleem is dat de erfenis bijna op is, zo hoort hij van zijn grootmoeder, die op haar beurt wel klaar is met het leven – dit allebei tot grote schrik van Tomas. En zo wordt Noem het liefde een roman over generaties en hun kloven, over zorgen voor jezelf en elkaar en over (angst voor) de dood.

De puberale perikelen met Meisje A. geven daarbij de nodige lucht, want Heerma van Voss weet de wereld van de millennial (opgegroeid in deze eeuw) scherp en humoristisch te observeren. Haar taalgebruik, telefoonmores, narcisme; herkenbaar voor velen met jongvolwassenen in de kennissenkring. Treffend is het, als de twee elkaar verwijten maken. Volgens Tomas moet Meisje A. nog met teleurstellingen leren omgaan, terwijl Tomas volgens haar niet kan leven zonder verdriet. Daarmee legt Heerma van Voss feilloos de vinger op een zere plek. En geeft hij Tomas – of een ander – en passant prachtige ingrediënten voor een filmscenario in handen.

Eline Verburg