Column in ‘TOPSHOW’

viblad

Vanaf heden heeft Daan Heerma van Voss een heuse voetbalcolumn, in Topshow.

 

No#1 hier integraal te lezen.

De stem Johan Cruijff.

Toen hij in de jaren zestig en zeventig de voetbalwereld eerst de adem benam en vervolgens voorzag van een nieuwe hartslag, was ik nog lang niet geboren. Toen ik naar voetbal begon te kijken, zwaaide hij net af als coach. Met als gevolg dat Johan Cruijff voor mij altijd een fantoom is gebleven, vormgegeven door de verhalen van anderen, van mijn vader bijvoorbeeld, die zich erop liet voorstaan het debuut van de tengere puber op televisie te hebben aanschouwd. (‘Die dunne beentjes. Maar je kon toen al zien dat… etc.’)

Ik heb het daarom moeten doen met Cruijffs stem. Zijn steeds minder Amsterdams klinkende stem, nog altijd geïmpregneerd met sigarettenrook, het werd de stem van een orakel. De kenmerken van dit orakel? De stem kwam ergens vandaan, maar niet van hier. De stem zei dingen die niet noodzakelijkerwijs begrijpelijk waren voor zijn toehoorders, maar dit moest worden opgevat als een teken van zijn waarachtigheid. Van heinde en verre kwamen de mensen naar de tempel in Barcelona voor advies. Soms klonk de stem op televisie, alles wat hij zei deed logisch aan, ook als er – laten we eerlijk zijn – geen touw aan vast te knopen was. Verwarde politici maakten boekjes die de reikwijdte en diepgang van zijn uitspraken uitlegden, brave journalisten tikten zijn woorden op.

Want helaas bleken er altijd derden voor nodig om de stem naar het volk te brengen. Regelmatig smeekten de mensen hem om van verschijningsvorm te veranderen. Ik was een van hen. Ik wilde de man die het gezicht van het Nederlands voetbal mede had bepaald eens ZIEN, ik verlangde daden van hem, eindelijk. Maar hij zwichtte niet; zijn verantwoordelijkheid zou zich blijven beperken tot de woorden die hij uitsprak.

2010 werd de stem voor de zoveelste keer gesmeekt om zijn oude club te redden. De stem wilde best helpen, maar onder één voorwaarde: er moest wel goed naar hem geluisterd worden. De stem wilde invloed, maar naar eigen zeggen geen macht. Invloed ís macht, had ik terug willen zeggen, maar een stem luistert niet.

De stem mocht de mensen uitkiezen die het beste naar hem zouden luisteren. Dit waren niet noodzakelijkerwijs de mensen die goed in staat zijn om een voetbalclub te leiden. Even leek het te werken. De stem zei soms hele rare dingen (Tsjeu La Ling?!), maar men luisterde en knikte. Zijn woorden brachten wonden toe, maar omstanders zeiden dat het slechts fluwelen wonden waren. Totdat de toehoorders op een gegeven moment inzagen dat een stem niet kan zien. De stem kon er niet achterkomen of zijn woorden nu werden opgevolgd of niet. Hij vertrouwde erop, meer kon hij niet doen. Toen het misging, gruwelijk misging, gênant misging, zei de stem dat er niet goed naar hem was geluisterd. Als straf zou de stem voor altijd zwijgen.

Op dat moment wist ik het zeker: het fantoom was me definitief ontglipt.

Tot dat bericht van enkele weken geleden. Johan Cruijff die kanker heeft. Net als miljoenen mensen zonder stem, rijk en arm, oud en jong, niet in staat tot schijnbewegingen en listig genomen strafschoppen, mensen zoals jij en ik. Het is de eerste keer in mijn leven dat Johan Cruijff mens is. En ik mis zijn stem die me deze onmogelijkheid uitlegt.