9 oktober: vertoning ‘Privéterrein’, op NPO 2.

priveterrein

Mongools Goud

(Bron: vprogids 2 oktober.)

Enkele weken geleden stuurde mijn jongere broer Thomas mij een uitnodiging door voor de première van een film die Mongools Goud heet. Eronder schreef hij: ‘Hé, onze docu heeft een nieuwe titel.’

Ik had niet gedacht dat de leden van het gezin waartoe ik mijzelf ook reken, zichzelf allen serieus genoeg zouden nemen om een documentaire over henzelf goed te keuren. Vooral omdat we in het werkelijke leven allerminst een front vormen: stuk voor stuk individualistisch, egocentrisch en koppig zijn we altijd onze eigen weg gegaan. (En op zondag eten we gezamenlijk, met het bord op schoot.)

Als ik voor mijzelf spreek gaf de nieuwsgierigheid naar de blik van de buitenstaander de doorslag; als het oog van de camera op ons gezin wordt gericht, welk verhaal ziet deze dan? Natuurlijk zijn we ook ijdel. Hiervoor verwijs ik graag naar de cover van deze gids. Maar ijdelheid is een weinig interessant verwijt, aangezien het van toepassing is op vrijwel iedereen die een boek schrijft, in een film speelt, een misleidend gunstige selfie op Facebook zet. Het gaat erom of die ijdelheid ergens toe leidt.

Aangaande de titel, Privéterrein, heb ik altijd mijn bedenkingen gehad. Volgens mij gaat de film niet over wat anderen eigenlijk niet zouden mogen zien, het is geen exhibitionistisch realitymonster waarin we elkaar voortdurend bewieroken of op dagelijkse basis lijden onder een veelheid aan MTV- dan wel AT5-problemen (Mijn velgen zijn te klein versus De dichtstbijzijnde Gall & Gall is failliet). Maar het persoonlijke is nu eenmaal lekkerder dan het verzonnene, omdat het makkelijker te duiden is, en omdat het je wijsmaakt dat je een glimp opvangt van de persoon achter de schrijver. Als een roman liefde is, is autobiografie porno.

Aan de andere kant: zonder autobiografische elementen (niet alleen feiten uit het eigen leven, maar persoonlijke gedachten, neuroses, gevoelens van vertedering) geen roman. In De Vergeting, mijn roman uit 2013, voor mijn gevoel de spreekwoordelijke eeuwigheid geleden, heb ik het genre van de autobiografie zodanig opgerekt dat het mij sindsdien niet meer aantrekt. De rechtszaak die hieruit is voorgekomen, vormt de rode draad in de film. De vermoeidheid is overigens geheel wederzijds: de werkelijkheid heeft ook geen zin meer in mij. De jonge man die ik op het scherm zie, ben ik niet meer.

Wie zie ik dan wel?

Ik zie vier eigenaardige mensen die elkaar tegen de klippen op normaal vinden, en die elkaar liever wel dan niet bekritiseren en belachelijk maken. Ergens vergelijk ik ons met een archipel: losse eilandjes die zich op een of andere manier toch tot elkaar verhouden en als iets van groep kunnen worden gezien, al zullen zij hier zich nooit bij neerleggen. Wij zijn godbetert geen klaverjasploeg. Wij zijn Mongools Goud.

PS.

There is another Skywalker. Ze heet Sandra Heerma van Voss (halfzus). Van Arend Jans kinderen heeft alleen Laura Heerma van Voss een normale baan weten te scoren.